Ga naar de inhoud

Stap 3: vaststellen gelijkwaardige beloning

Als de uitzendonderneming alle arbeidsvoorwaarden van de opdrachtgever heeft ontvangen, dan kan de uitzendonderneming de gelijkwaardige beloning voor de uitzendkracht vaststellen.

Essentiële en niet-essentiële arbeidsvoorwaarden

Gelijkwaardige beloning betekent dat de totale waarde van het arbeidsvoorwaardenpakket voor de uitzendkracht minimaal gelijk is aan die van een vaste medewerker bij de opdrachtgever die een gelijke of vergelijkbare functie heeft. Niet alle onderdelen hoeven dus precies hetzelfde te zijn, zolang de optelsom maar klopt. Sommige arbeidsvoorwaarden kan de uitzendonderneming bijvoorbeeld letterlijk overnemen en andere kunnen op een gelijkwaardige manier worden toegepast.

In de wet en de Cao voor Uitzendkrachten wordt onderscheid gemaakt tussen essentiële en niet-essentiële arbeidsvoorwaarden.

Wet en cao zeggen: compenseer bij afwijkingen

Afwijkingen in essentiële arbeidsvoorwaarden moeten worden gecompenseerd met een andere essentiële arbeidsvoorwaarde.

Voorbeeld: een werknemer van de opdrachtgever krijgt 10% vakantiebijslag, maar de uitzendkracht 8%. De resterende 2% moet dan elders worden gecompenseerd binnen de essentiële voorwaarden, bijvoorbeeld in het loon.

Voorbeeld: als de pensioenregeling van de opdrachtgever beter is dan de StiPP-regeling, kan de uitzendonderneming dit compenseren met een toeslag op het loon.

Voorbeeld: als de uitzendkracht onder de StiPP-regeling valt en de opdrachtgever géén pensioenregeling kent, dan mag dat voordeel niet worden gebruikt om bijvoorbeeld minder vakantiebijslag te geven.

Dubbele toets op gelijkwaardigheid

De gelijkwaardigheid moet op twee niveaus worden bereikt:

Pas als de beloning op beide punten gelijkwaardig is, is sprake van een gelijkwaardige beloning.

Waarde van de beloning voor de uitzendkracht kan hoger zijn

Binnen de cao zijn extra afspraken gemaakt of krijg je te maken met het overgangsrecht. Het kan dan zijn dat de waarde van de arbeidsvoorwaarden (iets) hoger uitkomt voor de uitzendkracht dan voor een vaste medewerker in een gelijke of vergelijkbare functie.

Voorbeelden hiervan zijn:

  • De uitzendonderneming moet rekening houden met de relevante werkervaring bij de inschaling terwijl de opdrachtgever dat niet doet.
  • De uitzendkracht houdt door het overgangsrecht nog 6 maanden (na ingang cao) recht op minimaal de waarde van 8,33% vakantiegeld en 25 vakantiedagen.

Nadat de waarde van de arbeidsvoorwaarden is vastgesteld, maakt de uitzendonderneming de vertaling naar gelijkwaardige beloning. Hierin kan de uitzendonderneming arbeidsvoorwaarden hetzelfde toepassen of er net een andere invulling aan geven.

De informatie op dit platform helpt je om de waarde van de arbeidsvoorwaarden van de opdrachtgever vast te stellen of om de vertaling te maken naar gelijkwaardige beloning.  

Richtlijnen voor het vaststellen van gelijkwaardige beloning

Uitgangspunt: de waarde bij de opdrachtgever

Bij het vaststellen van de gelijkwaardige beloning van de uitzendkracht gaat de uitzendonderneming altijd uit van de waarde van de arbeidsvoorwaarden bij de opdrachtgever. Als deze waarde is uitgedrukt in een bedrag, wordt dit bedrag beschouwd als de bruto vergelijkingswaarde.

Als de opdrachtgever een arbeidsvoorwaarde heeft ondergebracht in de werkkostenregeling (WKR), hoeft de uitzendonderneming dat niet ook te doen. Wanneer gebruik kan worden gemaakt van een gerichte vrijstelling, dan mag de uitzendonderneming daarvoor kiezen.

Soms is het niet mogelijk om een arbeidsvoorwaarde direct in geld uit te drukken, bijvoorbeeld als het onzeker is of er daadwerkelijk gebruik van wordt gemaakt. Denk aan een kortingspas. In dat geval is het raadzaam om te onderzoeken of een gelijkwaardig alternatief geboden kan worden, bijvoorbeeld door een eigen kortingsregeling aan te bieden.

Een andere optie is om de waarde van de arbeidsvoorwaarde pas toe te kennen op het moment dat er daadwerkelijk een beroep op wordt gedaan.

Loonbegrippen in de cao en hun toepassing

De Cao voor Uitzendkrachten biedt de mogelijkheid om voor de toepassing van een arbeidsvoorwaarde het basisloon of het gebruikelijke loon als grondslag te gebruiken. Dit is geregeld in artikel 28 van de cao. Daarnaast mag de uitzendonderneming – als dat praktischer is – een ander loonbegrip hanteren, zoals het loonbegrip dat de opdrachtgever zelf gebruikt. Deze flexibiliteit is in de cao opgenomen om de arbeidsvoorwaarden uitvoerbaar te houden.

Wat er ook gekozen wordt: het moet voor de uitzendkracht altijd herleidbaar zijn welk loonbegrip als uitgangspunt is genomen. Bovendien mag de toepassing van het gekozen loonbegrip nooit afbreuk doen aan de totale gelijkwaardige beloning. Daarom moet altijd worden getoetst of het totaal aan arbeidsvoorwaarden van de uitzendkracht ten minste gelijkwaardig is aan het totaal aan arbeidsvoorwaarden van een vaste medewerker in gelijke of vergelijkbare functie bij de opdrachtgever.

Uitleg van de loonbegrippen

Advies: kies bij voorkeur voor het gebruikelijke loon

Binnen de doelstelling van gelijkwaardige beloning is het advies om, waar mogelijk, het gebruikelijke loon te gebruiken als grondslag voor het toepassen van arbeidsvoorwaarden.

In sommige situaties is dit zelfs verplicht:

In deze gevallen moet het gebruikelijke loon worden gebruikt op basis van artikel 28 en 42 van de cao voor uitzendkrachten.

In specifieke situaties kan het logischer zijn om een ander loonbegrip te gebruiken, zoals het basisloon. Dat doen we bijvoorbeeld bij het toekennen van toeslagen (artikel 28 van de cao voor uitzendkrachten). Wel moet worden gecontroleerd of er bij de opdrachtgever sprake is van cumulatieregels voor het stapelen van toeslagen. Deze moeten dan worden gevolgd.

Hieronder vind je per arbeidsvoorwaarde de richtlijnen om tot gelijkwaardig belonen te komen.

Loon

Toeslagen

Vakantiebijslag

Vergoedingen

Bijzondere uitkeringen

Loondoorbetaling bij ziekte

Verlof

Pensioen

Pensioen is een niet-essentiële arbeidsvoorwaarden. Niet-essentiële arbeidsvoorwaarden worden op een andere manier meegeteld bij de totale waarde van de beloning, dan essentiële arbeidsvoorwaarden, zoals loon, scholing of vakantiedagen. Voor niet-essentiële arbeidsvoorwaarden geldt namelijk dat deze niet altijd mogen worden gecompenseerd.

Duurzaam werken en leven

Aanvullende regelingen